Tientallen vragen werden dinsdagavond afgevuurd tijdens de informatieavond over zoutwinning. Dirkjan Krijnders van Antea presenteerde resultaten van de metingen in de ondergrond van Harlingen. Van bodemdaling door zoutwinning is zoals voorspeld nog geen spoor, en toch gebeurt er van alles onder onze voeten. De meetapparatuur registreert onder meer eb en vloed en waarschijnlijk ook seizoensinvloeden in de bodem. Maar wat gebeurde er 9 oktober toch in de Fabrieksstraat? Op www.pilotharlingen.nl is daarover meer te lezen.
Directeur Hendriks lichtte toe dat Frisia heeft gekozen om te investeren in het voorkómen van schade. Vandaar ook de samenwerking binnen de Pilot Harlingen. Eventuele schade zal het bedrijf vergoeden. Basis daarvoor wordt een toetsingskader gebaseerd op omgekeerde bewijslast.
Frisia Zout hoopt medio december te gaan boren om een tweede zoutcaverne te kunnen vormen. Die zou dan in de lente in productie kunnen komen. Dat werd dinsdagavond duidelijk tijdens een informatiebijeenkomst van de Pilot Harlingen in Milûk. Door optimale situering van de cavernes verwacht het bedrijf dat de bodemdalingskom uiteindelijk iets noordelijker van de stad komt te liggen dan eerder gedacht. Frisia gaat met het Wetterskip in overleg over de verzakking van de zeedijk, die dat met zich meebrengt.
Twee punten bleven boven de markt hangen: het ontbreken van een schadefonds en de schades in Wijnaldum. Wat het fonds betreft wil de Stichting Behoud Historisch Harlingen dat alle Nederlandse mijnbouwbedrijven vanuit hun huidige opbrengsten samen een schadepot vullen. Over de Wijnaldumer schades stelde Frisia dat die niet te linken zijn aan zoutwinning.
De gemeente Harlingen wil een stukje winst van Frisia Zout, meldde de Harlinger Courant vrijdag. B&W schreven in een brief onder meer: "Met een omgevingsfonds kan Frisia invulling geven aan zijn verantwoordelijkheid ten aanzien van de maatschappij."
De vraag past in een bredere landelijke trend. Eind 2023 publiceerde het ministerie van EZK al een onderzoeksrapport met 7 modellen om opbrengsten van mijnbouwactiviteiten meer te laten landen in de lokale omgeving waar de mijnbouw plaatsvindt. Zo stort zoutwinner Nobian bij de winning bij Haaksbergen € 1,67 per gewonnen ton zout in een omgevingsfonds. Ook voor eventuele gaswinning bij Ternaard ligt jaarlijks 6 miljoen klaar. In Harlingen kan het geld volgens B&W bijvoorbeeld besteed worden aan het verbeteren van het Aanvullend Meetnet, voorlichting over de zoutwinning of natuurprojecten.
Vrijdag ontvingen de Tweede Kamer en minister Hermans van Klimaat en Groene Groei een manifest tegen mijnbouw. Wetterskip Fyslân, 89 fracties uit de Friese politiek en de 18 Friese gemeenten ondertekenden het. Ze roepen op van Fryslân 'geen mijnbouwparadijs' te maken. Ook moet de regio meeprofiteren van de opbrengsten en moet veroorzaakte schade beter worden vergoed.
"Hoewel op papier de schadeafhandeling (...) goed is geregeld, ervaren burgers in de praktijk dat instanties ontoegankelijk zijn", stelt het manifest. "Ontbrekende informatie, zoals nulmetingen, zorgt voor problemen bij de afhandeling van schades. Hierdoor is er ook geen vertrouwen dat toekomstige schade goed opgelost zal worden." De partijen stellen dat de opbrengsten tijdelijk, maar de gevolgen permanent zijn: "Wij willen niet méér mijnbouw.”
De fors hogere stijging van de zeespiegel geeft steeds minder ruimte voor mijnbouwactiviteiten op de Waddenzee. Dat zei inspecteur-generaal Theodor Kockelkoren van het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) gisteren tijdens een briefing aan de Tweede Kamer. De zogenoemde 'zandmotor' zorgt ervoor dat de bodemdaling door gas- en zoutwinning wordt gecompenseerd door met elke vloed nieuw zand de Waddenzee in te brengen. Maar de zeespiegelrijzing gaat sneller dan de natuur kan bijbenen, stelde de toezichthouder.
SodM staat daarom op het standpunt dat nieuwe gaswinning onder het Wad (vanaf Ternaard) niet meer mogelijk is. Sterker: ook de bestaande gas- en zoutwinning kan door de versnelling van de zeespiegelstijging in de knel komen. 'Hand aan de kraan' biedt geen oplossing, stelt SodM, vanwege naijlende effecten na stopzetting van de winning.
CDA-gedeputeerde Friso Douwstra en partijen in Provinciale Staten zijn bezorgd over de werelderfgoedstatus van de Waddenzee. UNESCO dreigt die in te trekken wanneer Nederland doorgaat met de mijnbouw op 't Wad, met wellicht nog extra gaswinning bij Ternaard.
Douwstra: "De brieven van UNESCO liegen er niet om. We weten niet wat de gevolgen zijn als de status als Werelderfgoed wordt ingetrokken. De effecten op het gebied, de naamsbekendheid, het toerisme en de natuur kennen we niet. Maar dat het effect gaat hebben, weten we." Inmiddels komt 42% van het Nederlandse gas uit Fryslân. Partijen vrezen blijvende ecologische schade, ook door zoutwinning. Statenlid Olivier (PvdA) wees op verzakte huizen in Wijnaldum. Douwstra: "Wij brengen de gevolgen van zoutwinning continu onder de aandacht, maar wij hebben hier geen gezag over."
Minimaal elke twee jaar actualiseert Frisia Zout de bodemdalingsprognoses op het Wad. Dat gebeurde inmiddels driemaal sinds het bedrijf van land naar zee overstapte. De diepe ('pleistocene') bodembeweging wordt gemeten met peilmerken. In de Waddenzee zijn hiervoor 5 clusters van meetpunten, op het land 3 clusters. Ook zijn er 2 peilmerken nabij de caverne waarbij continu wordt gemeten om tijdig afwijkingen van de verwachte bodemdaling te signaleren. Ook is er een meetnet van 60 peilmerken in Harlingen-stad en het buitengebied. Alles bij elkaar worden zo 70 meetpunten geanalyseerd. De resultaten van dit alles staan te lezen in dit rapport.
De bovengenoemde metingen staan nog los van het Aanvullend Meetnet in de binnenstad van Harlingen, dat extra is aangelegd om eventuele schade aan de stad direct te kunnen linken aan de zoutwinning.
Gisteren speechte Theodor Kockelkoren, inspecteur-generaal van het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM), over 'Advancing Knowledge and Safety: Revisiting Salt Cavern Research and Energy Storage Solutions Five Years On'.
Op initiatief van SodM werd in 2017-2019 nader onderzoek gedaan naar zoutcavernes. Kun je die veilig afsluiten na de zoutwinning? En klopt de veronderstelling wel dat de druk, die in de caverne wordt opgebouwd, door permeatie geleidelijk 'wegvloeit'? De bestaande kennis bleek ontoereikend. Cavernes kunnen 'fracken' en er kunnen migratieroutes van pekel tussen verschillende lagen én tussen cavernes optreden. In diepe cavernes zoals van Frisia kan de drukstijging te snel zijn om door permeatie te worden opgevangen. Inmiddels zijn er ook plannen voor opslag van waterstof in zoutcavernes. Vanwege alle onzekerheden start SodM nader onderzoek.
Vandaag besluit het algemeen bestuur van Wetterskip Fryslân over de Beleidsnotitie Mijnbouw die in juni verscheen. "Het water- en bodemsysteem loopt in ons beheergebied tegen zijn grenzen aan", zegt dagelijks bestuurslid Remco van Maurik van het Wetterskip. De organisatie spreekt zich daarom nu uit tegen elke vorm van mijnbouw in haar beheergebied die leidt tot versnelde daling van de bodem.
Het waterschap wil de waterpeilen niet meer verlagen om de negatieve effecten van mijnbouw op het watersysteem tegen te gaan. Bodemdaling betekent dat het watersysteem minder water kan bergen. En dat grond te nat kan worden voor functies als landbouw en bebouwing. Ook wil het Wetterskip dat voortaan van iedere centimeter bodemdaling de schade (bijvoorbeeld het verlies aan waterberging) wordt hersteld en de kosten worden geclaimd.
Metingen die de daling van de wadbodem moeten monitoren geven onverklaarbare verschillen aan, bij raaimetingen wel "tot 6 cm verschil". Dat blijkt uit het juist verschenen rapport van de onafhankelijke Auditcommissie Zoutwinning Waddenzee, die de rapportages van Frisia Zout over 2023 onder de loep nam.
Ook valt op "dat er een aanzienlijk verschil is tussen het convergentievolume gebaseerd op de productiecijfers (volume-balans) en het komvolume uit de Pleistocene bodemdalingsmetingen in 2023. Dit verschil is onverwacht en wordt verklaard door de onzekerheid in de diameter van de Pleistocene bodemdalingsschotel (huidige schotel is nog klein ten opzichte van de ligging van de meetpunten). Het meet- en regelprotocol spreekt bovendien van gesteenterek en suggereert dat na-ijlingseffecten wel degelijk kunnen optreden."
Het Waddenfonds gaat € 391.784,- bijdragen aan het in kaart brengen van de oorzaken en het tempo van bodemdaling in het Waddengebied. Met innovatieve sensoren wil het kennisproject 'Grip op bodemdaling' het dalen van de bodem lokaal meten en vastleggen. Bodemdaling in het Waddengebied kan grote gevolgen hebben voor landbouw en natuur, zoals een toename van de verzilting, een watertekort en overstromingen.
Bodemdaling heeft uiteenlopende oorzaken, waaronder zout- en gaswinning, inklinking en veenoxidatie. Om meetgegevens te verzamelen worden nieuwe sensoren gebruikt, onder andere in de kuststrook. Zo ontstaat inzicht in snelheid en mate van bodemdaling in het Waddengebied. Het project wil ook helpen innovatieve en betaalbare sensoren te ontwikkelen. De SBHH onderzoekt of er koppeling mogelijk is met de huidige metingen rond de zoutwinning.
Met een brief vraagt de SBHH de Vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei om woensdag 2 oktober een motie overeind te houden waarin wordt gevraagd het bewijsvermoeden toe te passen op alle mijnbouwactiviteiten in Nederland. Op dit moment wordt deze 'omgekeerde bewijslast' alleen toegepast in het aardbevingsgebied in Groningen. Eerder nam de Tweede Kamer de motie met een krappe meerderheid aan om dit landelijk uit te rollen.
De huidige schadeafhandeling, door de Commissie Mijnbouwschade, voldoet ook naar mening van de SBHH niet. In 4 jaar wees de Commissie slechts éénmaal schades toe, terwijl vele honderden meldingen werden afgewezen. Op hun beurt zijn nu betrokken schademelders uit Ekehaar teleurgesteld en gefrustreerd, omdat de vergoedingen te laag zijn om de ontstane schade te compenseren.
Het eerste jaarverslag van het Aanvullend Meetnet is verschenen. Antea Group voert de metingen uit in opdracht van de Pilot Harlingen. Opzienbarende conclusies meldt het eerste jaarverslag niet. Zoals verwacht zijn de gevolgen van bodemdaling door zoutwinning op dit moment nog niet in de stad te meten. Het jaarverslag meldt hierover dat ‘de 2 centimeter bodemdalingscirkel niet of nauwelijks dichterbij de kust is gekomen.'
Om te voorkomen dat schade aan gebouwen kan ontstaan hanteert de Pilot Harlingen een kritische grens: een maximale scheefstand van 20 mm over 10 meter, oftewel 2.000 microradialen. De bodemdaling door zoutwinning mag deze grenswaarde niet bereiken. De grootst gemeten natuurlijke beweging in de panden bedroeg afgerond 80 microradialen, mogelijk als gevolg van het getijde in de haven en het diepe grondwater.
Het Staatstoezicht op de Mijnen heeft tientallen op- en aanmerkingen op de aanvraag van Frisia Zout om een tweede caverne te mogen aanleggen. In het ontwerpbesluit dat sinds gisteren ter inzage ligt valt dat in detail te lezen. "De (...) maatregelen om de risico's van bodembeweging zoveel als mogelijk te voorkomen of te beperken (...) moeten goed zijn beschreven en onderbouwd (...)", stelt SodM bijvoorbeeld. "Dat is nu niet het geval." De minister neemt dit ter kennisgeving aan.
Verder wijzen de nieuwste berekeningen over de zeespiegelstijging uit dat die sneller gaat dan verwacht. Dat maakt dat de productiesnelheid in de - dan - twee cavernes omlaag moet. "Naar verwachting heeft dit tot gevolg dat de bodemdaling niet zal toenemen, maar dat de bodemdalingskom groter wordt", aldus de toezichthouder.
De onrust rond zoutwinner Nobian duurt voort. De gemeenteraad maakte onverwacht een draai, na tussenkomst van 'verkenner' Bernard Wientjes en 'procesbegeleider' Han ten Broeke. Het bedrijf kreeg vervolgens, in ruil voor allerlei toezeggingen zoals een goedgevuld omgevingsfonds, vergunning van EZK (nu KGG) voor verdere zoutwinning. Er lopen echter nog procedures van omwonenden en de Provincie Overijssel, die vrezen voor schade.
En nu zet de Amerikaanse durfinvesteerder Carlyle - volgens de Britse krant Financial Times - zijn belang van € 3 miljard in Nobian in de etalage. Staatsinvesteringsfonds GIC uit Singapore bezit de rest van het bedrijf. Het verkoopproces moet volgend jaar beginnen. Bewoners vrezen dat gemaakte afspraken over metingen en schade nu op de tocht komen te staan; het bedrijf "reageert niet op geruchten".
De Rechtbank Noord-Nederland maande het ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG) vandaag snel te besluiten over een tweede zoutcaverne van Frisia Zout. Het bedrijf vroeg daar 1 september 2023 vergunning voor, maar de minister verzuimde binnen de wettelijke termijn te beslissen. KGG moet nu uiterlijk 22 augustus voor 6 weken een ontwerpbesluit ter inzage leggen, en binnen 2 weken daarna een besluit te nemen. Overschrijding van de termijn kost het rijk maximaal € 15.000 boete.
Frisia heeft haast omdat het voor november tegen hoge kosten al een boortoren bestelde. Het ministerie vroeg extra bedenktijd om het besluit goed met de regio te kunnen afstemmen, in een gesprek met minister Sophie Hermans op 26 augustus. De uitspraak van de rechtbank betekent dat de minister nu uiterlijk op 17 oktober 2024 een besluit moet nemen.
Burgers moeten zelf uitzoeken hoe ze adequaat bewijs kunnen verzamelen om schade door mijnbouw aan te tonen. De overheid geeft daar geen uitsluitsel over. Dat burgers en mijnbouwer samen metingen doen vergemakkelijkt een oordeel van de Commissie Mijnbouwschade wel, aldus de voorzitter in gesprek met de SBHH en een vertegenwoordiger van EZK (nu KGG). Pas wanneer schade is ontstaan beoordeelt de Commissie of de verzamelde gegevens bruikbaar zijn. De Harlingers mogen daar vertrouwen in hebben, aldus de voorzitter, want over het Harlinger meetnet is goed nagedacht. Het blijft echter mogelijk dat de overheid de meetdata als onvolledig of onbruikbaar verwerpt, nadat ze het verzamelen ervan decennia heeft betaald. De SBHH vindt die onzekerheid niet uit te leggen en wil daarom, net als gemeente en provincie, vooraf een oordeel over de gehanteerde methodes.
Op aandringen van demissionair staatssecretaris Vijlbrief is op 8 juli een gesprek tussen de SBHH en nieuwe voorzitter van de Commissie Mijnbouwschade, Remmert Sluijter. Onderwerp van gesprek is - nog steeds - de onzekere waarde van de nulmetingen in Harlingen.
De Commissie stelt zich tot nu toe op het standpunt dat ze geen oordeel heeft over de metingen. De inwoners van de stad, de gemeenteraad en de Friese Staten wil echter uitsluiten dat de metingen in de toekomst, wanneer eventuele schade beoordeeld moet worden, als 'onbruikbaar' terzijde kunnen worden geschoven. "Wij willen in Harlingen werken met de best beschikbare technieken", aldus de SBHH, "en dé partij om te oordelen of we dat doen is de partij die eventuele schades al of niet toewijst." Foto: Arenda Oomen
Om een nieuw 'Wijnaldum' te voorkomen kreeg Harlingen tijdig een meetnet. Maar de metingen wachten nog steeds op de erkenning dat ze juist worden uitgevoerd, zodat ze - bij onverhoopte schade - de doorslag kunnen geven bij het toewijzen van schadevergoedingen. In 2022 drongen de Friese Staten aan op duidelijkheid hierover van de Commissie Mijnbouwschade, die is ingesteld om burgers op dit dossier te ontzorgen. Unaniem werd gesteld dat de Harlingers recht hebben op zekerheid en veiligheid bij eventuele schade als gevolg van zoutwinning, en snelle vergoeding van deze schade. Het College van GS schrijft vandaag in een brief dat hieraan tegemoet is gekomen door de mededeling van demissionair staatssecretaris Vijlbrief, dat ambtenaren hierover in gesprek gaan met de Commissie Mijnbouwschade. Concreet is de situatie op dit moment echter nog ongewijzigd.
In november 2023 ging de gemeenteraad van Haaksbergen akkoord met zoutboringen door Nobian. Dat gebeurde overigens pas na een reeks van toezeggingen van Nobian, zoals omgekeerde bewijslast en een royaal schadefonds. Daarop verleende het ministerie van EZK in maart de benodigde vergunning. Toch stappen boze omwonenden nu naar de rechter. Ze willen het kappen van bomen, het oppompen van grondwater en graafwerkzaamheden voor het aanleggen van leidingen voorkomen. De inwoners vrezen schade én dat het niet bij de 8 geplande boorputten blijft. Dat vreest ook de Provincie Overijssel. Ook die gaat in beroep. "De vergunning is zodanig geformuleerd dat Nobian toestemming krijgt om een onbeperkt aantal zoutwinningslocaties aan te leggen, op elke willekeurige locatie", aldus het provinciebestuur.
De Stichting Bescherming Historisch Harlingen richt zich vooral, maar niet uitsluitend, op het voorkómen van schadelijke effecten van de zoutwinning onder het Wad. In de toekomst kunnen ook autonome bodemdaling, veranderingen van het waterpeil of geothermie een punt van aandacht worden.
Het Hoofdlijnenakkoord 2024–2028 van PVV, VVD, NSC en BBB benoemt nog een ander zorgpunt: de verdroging als gevolg van de klimaatverandering. Het document stelt onder paragraaf 5 over Energietransitie, leveringszekerheid en klimaatadaptatie: "Nederland moet zich verder aanpassen aan de klimaatverandering. De adaptatie-aanpak wordt geactualiseerd, met in ieder geval aandacht voor de gevolgen van verdroging voor (...) funderingsschade aan gebouwen en infrastructuur."
De Tweede Kamer wil dat 'omkering van de bewijslast' wordt toegepast bij schade in heel Nederland. De Commissie Mijnbouwschade stelt nu dat het al dan niet toepassen van dit principe "nauwelijks van invloed is" op het toe- of afwijzen van schadeclaims en betwist dat het voor benadeelden voordeel oplevert.
De SBHH denkt van wél. Bij omkering van de bewijslast wordt de schade allereerst aan de mijnbouw toegerekend en volgt vergoeding van schade ténzij een andere oorzaak blijkt. De Commissie Mijnbouwschade werkt omgekeerd: tientallen andere mogelijke schadeoorzaken moeten 100% worden uitgesloten, tot mijnbouw als laatste mogelijke optie overblijft. Zover komt het echter nooit. Sinds haar oprichting wees de Commissie daarom nog geen enkele schadeclaim toe.
Beeld: Arenda Oomen Fotografie
Jaarlijks moeten alle mijnbouwondernemingen bij het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) een plan indienen hoe ze de effecten van hun mijnbouwactiviteiten op de bodem gaan meten. Bij zoutwinning moet naast daling, stijging of trilling van de bodem ook de vorm van de holte in de ondergrond gemeten worden.
Net als alle andere ondernemingen heeft Frisia een plan voor 2024 ingediend. SodM heeft gecheckt of dat nog past bij de verwachte effecten van de winning en dat blijkt het geval. Nu de plannen zijn gecontroleerd, kunnen bedrijven starten met de metingen. Frisia zal, naast haar permanente GPS-monitoring, dit jaar met waterpassing een meting uitvoeren van de effecten van zoutwinning onder de Waddenzee uit de Havenmond caverne. De resultaten hiervan worden door SodM beoordeeld en daarna gepubliceerd op de kaart op NLOG.
In haar jaarverslag 2023 maakt de landelijke Commissie Mijnbouwschade een opmerkelijke draai. De SBHH maakte zich er sinds 2020 sterk voor dat óók kerkgenootschappen en verenigingen van eigenaren (VVE's) met schade terecht zouden kunnen bij de Commissie Mijnbouwschade. Samen met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) pleitten wij daarvoor bij landelijke consultatierondes van EZK en daarna bij de Commissie zelf, jaar na jaar, mondeling dan wel schriftelijk.
De Commissie wees ons commentaar echter categorisch van de hand. Nu schrijft ze: "het valt ons op dat in het maatschappelijke debat niet of nauwelijks (aandacht wordt besteed) aan de beperking tot particuliere eigenaren en micro-ondernemingen" en niet aan "– om één voorbeeld te noemen – kerkgenootschappen." De SBHH is verheugd over dit inzicht.
Het rijk stelt met terugwerkende kracht tot 1 januari nadere beperkingen aan de zogenoemde 'gebruiksruimte' voor gas- en zoutwinning op de Waddenzee. Aanleiding daarvoor is een wetenschappelijk advies van 31 januari 2024 van KNMI, Deltares, NIOZ, TNO-Geologische Dienst Nederland, TU Delft en Universiteit Utrecht.
Met het besluit worden mijnbouwactiviteiten zoals de zoutwinning door Frisia nader beperkt binnen het ‘Hand aan de kraan-principe’. Binnen zes maanden na het onherroepelijk worden van dit besluit moet Frisia Zout B.V. zijn meet- en regelprotocol voor de winning actualiseren en aantonen dat de winning binnen de bijgestelde gebruiksruimte blijft. De stukken liggen tot en met donderdag 6 juni 2024 ter inzage op www.mijnbouwvergunningen.nl/havenmond
"Onafhankelijkheid brengt je nergens als je expertise mist", stelde inspecteur-generaal Theodor Kockelkoren in 2022 in een interview met 'Follow the Money'. De afgelopen 5 jaar is de kennis bij SodM wat betreft geomechanica en seismologie verder op peil gebracht, en kwam geld beschikbaar om externe specialisten in te schakelen voor specifieke vragen. Risicoanalyses of meetgegevens van een mijnbouwer kunnen nu beter beoordeeld worden.
Vanuit de samenleving, maar ook bijvoorbeeld vanuit de Parlementaire Enquête over de Groninger gaswinnning, is aangedrongen op een grotere onafhankelijkheid van het toezicht op mijnbouwactiviteiten. In het jaarverslag 2023 schrijft de inspectie dat nu is vastgelegd dat de onafhankelijkheid in het functioneren, de programmering, de onderzoeken en de oordeelsvorming geborgd is.
Het Staatstoezicht op de Mijnen heeft zorg dat hoge kosten in de energiesector kunnen doorwerken naar de veiligheid. Nazorgkosten kunnen dermate groot zijn dat zoutbedrijven "deze alleen kunnen dragen als ze hun activiteiten nog decennia kunnen voortzetten. Mocht (...) een onderneming besluiten haar activiteiten in Nederland te staken of mocht de onderneming failliet gaan, dan komen nazorgkosten bij de overheid te liggen", stelt de toezichthouder in het jaarverslag over 2023.
Wat betreft het afsluiten en veiligstellen van een cavernesysteem is vorig jaar "extra aandacht (besteed) aan caverne-integriteit en -stabiliteit." In dat kader onderzocht een PhD-student (in samenwerking met de TU-Delft) de bestaande seismiciteit in het noorden van het land en spanningsontwikkeling rond zout en (waterstof)opslagcavernes.
Bij de expertmeeting vandaag over de gevolgen van gas- en zoutwinning deelden pluimveehouder Tjeerd Jukema, secretaris van de Stichting Winamer Belang Aukje Jongsma en Douwe Anema, akkerbouwer te Nes, hun ervaringen en frustraties met Provinciale Staten.
Individuele burgers kunnen maar moeilijk - of helemaal niet - hun recht halen, vertelden zij, terwijl overheden en semi-overheden wél soepel door de mijnbouwbedrijven schadeloos worden gesteld. Zo vergoedt Frisia Zout het waterschap op voorhand de kosten aan de zeedijk, die door de zoutwinning op het Wad 2 centimeter gaat zakken, terwijl particulieren die vlak achter diezelfde dijk wonen met lege handen staan. Het ontbreken van een nulmeting daar is een voorbode van een herhaling van de situatie in Wijnaldum, is de vrees.
Staatssecretaris Vijlbrief heeft de Raad van State advies gevraagd over de wens van de Tweede Kamer bij alle mijnbouwactiviteiten in Nederland omkering van de bewijslast toe te passen. Bij dat principe hoeft de burger niet te bewijzen dat zijn schade het gevolg is van een bepaalde mijnbouwactiviteit, maar moet de mijnbouwmaatschappij bewijzen dat de winning de schade niet veroorzaakt kan hebben.
De Hoge Raad past omkering van de bewijslast allang 'als vertrouwd gereedschap' toe, stelt emeritus-hoogleraar Privaatrecht prof.mr. J.M. van Dunné. In een uitgebreid artikel licht hij toe de Hoge Raad de jurisprudentie hieromtrent gaandeweg verder heeft ontwikkeld. In een standaardarrest uit 2012 stelt de Hoge Raad dat onzekerheid over het exacte verloop van de gebeurtenissen voor risico komt van degene die de situatie veroorzaakt.
Provinciale Staten van Fryslân houden woensdag 17 april een expertmeeting over de gevolgen van gas- en zoutwinning. Verschillende gasten zullen hun verhaal doen over hun kennis van en ervaring met deze mijnbouwactiviteiten. Onder andere zijn dat iemand van het Staatstoezicht op de Mijnen, iemand van de Funderingstafel en het bedrijf Stabialert dat meetapparatuur levert, maar ook inwoners van Ternaard en Wijnaldum.
Via een expertmeeting laten Statenleden zich door externen informeren over een specifiek onderwerp, om goed voorbereid besluiten te kunnen nemen. Het betreft enkel uitwisseling van kennis, geen (politiek) debat of besluitvorming. De vergadering wordt gehouden van 16.00-18.00 uur, is openbaar en thuis te volgen via de livestream op https://fryslan.notubiz.nl/live.
Vanuit de SBHH proberen we de inwoners van Harlingen mee te nemen in alle ontwikkelingen rond de zoutwinning. Als tweede spoor willen we in Nederland een 'nieuw veiligheidsdenken' stimuleren. Burgers moeten en actief tijdig betrokken worden bij mijnbouwactiviteiten in hun leefomgeving, ze moeten weten en kunnen begrijpen wat er gebeurt en daar invloed op kunnen uitoefenen. Bij dat alles moet niet het economisch belang, maar de veiligheid van have en goed voorop staan.
Vanuit deze insteek gaven we her en der al presentaties, onder andere in Ternaard, in Weststellingwerf en in Den Haag. Vandaag was er in datzelfde kader een online ontmoeting met medewerkers van EZK en NAM die betrokken zijn bij het Omgevingstraject rond de ombouw van de ondergrondse gasopslagen in Grijpskerk en Norg.
Statenleden van CDA, BBB, SP, PvdA, GL, PvdD, VVD en D66 waren gisteren op bezoek in Wijnaldum. Ze hoorden daar van diverse bewoners verhalen over verzakkingen en wateroverlast, en konden die ook met eigen ogen bekijken. Vooraf deed Rinze Post van Winamer Belang in dorpshuis de Bijekoer zijn verhaal. Rode draad daarin is dat de dorpsbewoners nu al 20 jaar geen gehoor vinden voor hun zorgen. "Friesland is een mijnbouwprovincie en de provincie heeft helemaal niets geregeld, net als Groningen", stelde Post. Ook de nieuwe Commissie Mijnbouwschade, die burgers zou moeten ontzorgen, bood geen soelaas: "Deze commissie is alleen met zichzelf bezig, en niet met de belangen van burgers", aldus Post. De hoop is nu dat de Statenleden weer beweging in de zaak kunnen brengen, met als doel een eerlijke en rechtvaardige schaderegeling.
Als vervolg op het bezoek van staatssecretaris Vijlbrief, 28 februari, is vandaag verder gesproken met een afvaardiging van EZK. Dat gebeurde bij Doeksen, met uitzicht op de Waddenzee, de zoutfabriek én de oude stad. De tijd was te kort om alle ins en outs van de zoutwinning, de Pilot Harlingen en de Harlinger zorgen te bespreken, dus: wordt vervolgd.
Voortgang was er wat betreft een eigen toetsingskader. Op basis daarvan wil Frisia schade vergoeden, ook als een verband met de zoutwinning niet te bewijzen is. Het ministerie gaat aanhaken bij de gesprekken die de SBHH en Frisia daarover voeren. Verder gaat het ministerie de Pilot Harlingen, middels de SBHH, financieel meerjarig ondersteunen. De afgelopen jaren verliep dit moeizaam. Andere punten, zoals de validatie van het Aanvullend Meetnet, liggen de volgende keer weer op tafel.
Staatssecretaris Vijlbrief verleent zoutproducent Nobian vergunning om bij Haaksbergen zout te winnen. Niet echter de gevraagde 47, maar maximaal 14,5 miljoen ton, uit maximaal 8 cavernes.
Net zoals Frisia Zout in Harlingen voorspelt Nobian dat schade aan de bebouwing zeer onwaarschijnlijk is. Het bedrijf deed de inwoners niettemin een reeks toezeggingen zoals een onafhankelijk, jaarlijks groeiend schadefonds, een gratis bouwkundige schouw voor elk huis, aanleg van een micro-seismisch meetnet en versnellingsmeters in individuele huizen, en een omgevingsfonds van ruim € 3 miljoen per jaar. Ook zegde het ministerie van EZK toe op termijn geen waterstof in de cavernes op te slaan. Helemaal definitief is alles overigens nog niet: tot en met 10 mei kan nog bezwaar worden gemaakt.
Met een combinatie van onder- en bovengrondse metingen wordt in Harlingen zoveel mogelijk data verzameld om een verband tussen gebouwschade en zoutwinning aanwijsbaar te maken. Daarbij worden onder meer tiltmeters ingezet: zeer fijngevoelige apparatuur die over de hele wereld al decennialang gangbaar is, maar in Nederland nooit vaste voet aan de grond kreeg.
Het Aanvullend Meetnet in de Harlinger binnenstad telt wél dergelijke meters. Het ministerie van EZK komt 11 april naar het Harlinger Noordijs voor een presentatie van het meetnet en van de resultaten van de metingen zoals die enkele jaren geleden zijn gestart. Dat biedt meteen de gelegenheid iets te zien van de vele gemeentelijke en rijksmonumenten in Harlingen die enkel 'op staal' zijn gebouwd.
Bewoners van Wijnaldum voelen zich in de steek gelaten en genegeerd - dat was de teneur van de informatieavond die Stichting Winamer Belang 14 maart in dorpshuis It Mienskar in Oosterbierum organiseerde. Doordat in de jaren '90 het plaatsen van goede meetapparatuur is gefrustreerd, ontbreekt bewijs dat de zoutwinning bij Wijnaldum schade veroorzaakte. En wie daarover verhaal probeert te halen wordt van het kastje naar de muur gestuurd, is de klacht.
Winamer Belang strijdt al jarenlang voor compensatie van de schade. Dat waterdichte meetdata ontbreken is daarbij een struikelblok. In Harlingen wordt nu wél 24/7 bodemdaling en scheefstand gemeten, vanwege de zoutwinning op de Waddenzee. Post is daar echter kritisch over: "Hoe komt it mei de minsken dy’t ein jierren njoggentich al skea krigen?”
Op 14 maart organiseert Stichting Winamer Belang in dorpshuis It Mienskar in Oosterbierum een info-avond over de eerdere gas- en zoutwinning bij het dorp, aanvang 20u.
De stichting vraagt al sinds jaar en dag om erkenning van de schade aan huizen en de kerk in het dorp. De landelijke 'Technische commissie bodembeweging' onderzocht in 2015 vijf schadegevallen in en om Wijnaldum, maar vond bij geen daarvan bewijzen dat de schade komt door de zoutwinning.
Op de informatieavond wordt onder meer gesproken over de nulmetingen in Harlingen en het gebrek daaraan in Wijnaldum, en over de verzilting van de grond. De stichting wil een solide, rechtvaardige schaderegeling en volledige compensatie van schade. In Harlingen werkt de SBHH aan hetzelfde.
Zodra de nu al vergunde gas- en zoutwinning in de Waddenzee is voltooid, moet het gedaan zijn met delfstoffenwinning in het gebied. Een amendement van die strekking werd gisteren door de Tweede Kamer aangenomen met 79 tegen 71 stemmen.
Eerder was al besloten geen nieuwe opsporings- en winningsvergunningen meer te verlenen. Ook al eerder verleende vergunningen kunnen nu echter niet meer worden uitgebreid of verlengd. Op al ingediende (gewijzigde of geactualiseerde) winningsplannen blijft het huidige recht van toepassing.
Met het besluit wil de Tweede Kamer de status van het Wad als werelderfgoed veiligstellen. Nog meer winning van gas en zout zou kunnen resulteren in een verlies van natuurwaarden en daarmee de UNESCO-status.
De Tweede Kamer omarmde gisteren een motie die stelt dat mijnbouwbedrijven een zorgplicht hebben voor schadeafhandeling; dat gedupeerden beschermd moeten worden tegen de macht van mijnbouwbedrijven en dat het bewijsvermoeden daarom moet gaan gelden voor alle mijnbouwactiviteiten in Nederland.
Een andere aangenomen motie stelt dat het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) onvolledig wetenschappelijk onderzoek inzette om het wettelijk bewijsvermoeden in te perken en schade door diepe bodemdaling minder ruimhartig te vergoeden. Het IMG stelde dat schade aan gebouwen door diepe bodemdaling onwaarschijnlijk is. Vrijwel de gehele Tweede Kamer vroeg de regering gisteren diepe bodemdaling alsnog als mogelijke schadeoorzaak aan te merken. Ook moet de omstreden 'trillingstool' de prullenmand in.
Het 'Programma Energiehoofdstructuur' - vers van de pers - noemt ondergrondse opslag van waterstof in de huidige 'energietransitie' essentieel. "Het kabinet richt zich (...) op waterstofopslag op land in zoutcavernes." De cavernes in Barradeel zijn echter niet geschikt, stelden TNO en EBN in 2021 in een rapport.
Opslag in zoutcavernes op zee wordt nader onderzocht. Het Programma zegt nu: "Parallel aan de ambities van het kabinet om een einde te maken aan (...) zoutwinning in het Waddengebied, wordt dat uitgesloten in de verdere verkenning naar concrete locaties voor ondergrondse waterstofopslag." In 2022 stelde de 'Haalbaarheidsstudie ondergrondse waterstofopslag op zee' al: "Beneden 2.000 m worden in de regel geen opslagcavernes aangelegd vanwege het toenemende plastische gedrag van steenzout."
Regionale media hebben volop bericht over het bezoek, 28 februari, van staatssecretaris Vijlbrief aan Harlingen. "Het kwartje is nu wel gevallen", berichtte Omroep Zilt dezelfde dag al in een uitgebreid online artikel, verwijzend naar de terugkerende vraag van de SBHH aan het ministerie van EZK om het Harlinger meetnet als bewijs te erkennen. “Anders heb ik geen verhaal naar de burgers in Harlingen", zegt voorzitter Jarig Langhout in het vraaggesprek met Zilt. De volgende dag besteedde ook Omrop Fryslân aandacht aan het gesprek.
Vrijdag informeerde de Harlinger Courant alle Harlingers huis-aan-huis via een artikel waarin de belangrijkste punten worden langsgelopen die woensdag werden besproken. En zaterdagochtend was Jarig Langhout te gast bij Doede van der Hoek in een uitzending van Omroep RSH, tegenwoordig Zilt geheten.
Het ministerie van EZK gaat weer samen optrekken met de SBHH om zeker te stellen dat Harlingen en zijn inwoners niet met schade als gevolg van zoutwinning blijven zitten. Dat is in een notendop de uitkomst van het gesprek met staatssecretaris Vijlbrief, vanochtend aan de Noorderhaven.
Zo enthousiast als het ministerie bij de start in 2019 was, zo doof bleef EZK de afgelopen jaren voor de noden van de Pilot Harlingen. Dat ligt nu anders, zegt voorzitter Jarig Langhout. "We hebben mooie stappen gezet, onder meer wat betreft het valideren van de Harlinger nulmetingen, het Landelijk Waarborgfonds en een eigen toetsingskader op basis van omgekeerde bewijslast. Op alle punten gaat de staatssecretaris met ons aan de slag, hij wil echt naar oplossingen toe. Daarmee is de kou wel uit de lucht. We kunnen nu weer samen vooruit."
Het formatiedebat, 14 februari in de Tweede Kamer, dwarsboomt het bezoek van staatssecretaris Vijlbrief aan Harlingen. Maar uitstel is geen afstel: in 28 februari is al een alternatieve datum gevonden. Bovendien komt binnen afzienbare tijd ook Luc Mutsaers naar Harlingen. Hij is lid van het management team van de Directie Transitie Diepe Ondergrond. Met hem hopen wij de ruis op de lijn met het ministerie van EZK te verhelpen.
Als stichting is ons doel om te borgen dat niemand in Harlingen met schade aan zijn huis komt te zitten. We hebben op dat gebied al flink wat bereikt, samen met Frisia Zout, de gemeente, provincie en het waterschap, maar we zijn er nog niet. We hebben goede hoop door de ontmoetingen met de staatssecretaris en zijn hoge ambtenaar weer enkele belangrijke nieuwe stappen kunnen zetten.
Christianne van der Wal-Zeggelink, Minister voor Natuur en Stikstof, komt op korte termijn met een reactie op de zorgen van erfgoedorganisatie UNESCO over Werelderfgoed Waddenzee. Naast gas- is ook de zoutwinning naar mening van de organisatie onverenigbaar met de beschermde status van het gebied. Conform de Agenda voor het Waddengebied 2050 blijft het mijnbouwbeleid rondom de Waddenzee ongewijzigd. Er "zullen (...) geen nieuwe winningsvergunningen meer worden verleend voor gas- en zoutwinning onder de Waddenzee", schrijft de minister vandaag in een conceptbrief aan de Tweede Kamer. De bewindsvrouw meldt ook dat wordt gewerkt aan "een wijziging van het Mijnbouwbesluit (...) met het doel om het gebied uit te sluiten van nieuwe opsporing en winning van delfstoffen of van uitbreiding of verlenging van bestaande opsporing en winning."
Voortgaande zoutwinning is, net als eventuele gaswinning bij Ternaard en oliewinning in Duitsland, onverenigbaar met de status van de Waddenzee als UNESCO Werelderfgoed. Dat stelt het Werelderfgoedcomité in een besluit. De UNESCO is ongerust over de bescherming van de Waddenzee als Werelderfgoed. De organisatie is van oordeel dat gaswinning onder de Waddenzee niet past, ook al staan de faciliteiten binnendijks bij Ternaard. Dat geldt ook de zoutwinning: "Also noting the approval in 2020 of additional salt extraction activities in the Netherlands, it should be stressed that whilst these projects may be located or planned outside the boundaries of the property, the associated extractive activities extend to the gas field and salt deposits directly below the property." "Extractive activities are incompatible with World Heritage status", herhaalt het comité.
Een werkbezoek van staatssecretaris Vijlbrief aan Harlingen ligt in het verschiet. Onze stichting nodigde de bewindsman medio 2022 uit. Na een kennismakingsgesprek in december van dat jaar, in Den Haag, werd voor voorjaar 2023 een bezoek gepland. Dat werd eerst over de zomer heen getild en vervolgens naar 2024 verplaatst. De bedoeling is nu dat de staatssecretaris zich medio februari persoonlijk in de havenstad op de hoogte komt stellen van de zorgen en de initiatieven van de SBHH.
Ter voorbereiding op het gesprek stuurde de SBHH per brief vast een aantal vragen op. Een van de belangrijkste punten is vanzelfsprekend de bewijskracht - of liever: het ontbreken daarvan - van de meetgegevens die momenteel worden verzameld door de weigering van de Commissie Mijnbouwschade de metingen te valideren.
Sinds 2018 volgt het onderzoeksplatform 'Follow the Money' (FTM) de ontwikkelingen rond de zoutwinning in Fryslân. Begin 2019, op de drempel van de transitie van zoutwinning op land naar zoutwinning vanonder de Waddenzee, publiceerde FTM-redacteur Mira Sys het artikel 'Zout laat Friesland zakken'. Daarin komt een groot aantal betrokkenen aan het woord waaronder oud-NAM-medewerker Adriaan Houtenbos, Rinze Post van de stichting Winamer Belang, directeur Durk van Tuinen van Frsia Zout en vele anderen. Artikelen van FTM zijn doorgaans echter alleen te lezen voor betalende abonnees.
Het artikel is later verwerkt in een podcast, waarin wordt terug- en vooruitgekeken naar de zoutwinning bij Harlingen. Deze podcast is sinds kort vrij te beluisteren via YouTube Een mooi overzicht van de stand van zaken tóen.